Dammen is een leuk spelletje, maar het is verworden tot een nieuw argument in een cultuurstrijd tussen links en rechts of wat daarvan over is. Ik heb het helaas niet over het spelletje, het gaat om constructies die water tegenhouden. Nu zijn er vele typen dammen, en de discussie gaat vooral over Dammen die zich in kleine rivieren in het middelgebergte bevinden. Grote tot de verbeelding sprekende dammen, dammen tegen zeewater, die maken geen deel uit van de nieuwe cultuurstrijd. Het zijn natuurlijk wel deze grote dammen die zoden aan de dijk zetten, oftewel water leveren in droge tijden en waterkracht in natte tijden. Maar veel kleine dammen kunnen wel degelijk ook wat waterkracht leveren, beperkte irrigatie mogelijk maken en de afvoer reguleren totdat ze vol zijn. Het nadeel van alle dammen, groot of klein, is dat ze de migratie van vissen stoppen en de natuurlijke sedimentatie van zand, silt en klei afremmen of zelfs stoppen. De migratie van vissen kan worden verholpen met zogenaamde vistrappen, het is beetje behelpen, maar met een soort van riviertje naast de dam kan je wat vissen alsnog omhoog of omlaag laten zwemmen, met natuurlijk een verlies van rendement en de kosten van een extra constructie. Ook sedimenten die ophopen achter de dam kan je ‘doorspoelen’ met een soort van ventiel onder de dam, ook weer voor de prijs van minder rendement en veel hogere constructie kosten. Overigens hebben dammen die gebouwd zijn voor elektriciteitsopwekking, altijd al een soort van uitlaat om sedimenten door te spoelen. Voor deze constructies is daarmee de regulering van de doorspoeling, van belang, weer ten koste van het rendement.
Onze grootouders bouwden graag dammen in het middelgebergte, voornamelijk voor irrigatie en later ook voor de opwekking van elektriciteit. Het vismigratieprobleem en de sedimentatie werd gezien als probleem voor de toekomst, mediatie kosten waren relatief hoog voor een kleine dam en een wie dan leeft, wie dan zorgt, mentaliteit, maakte dat ze eenvoudige dammen construeerden die deden wat ze moesten doen voor een beperkte levensduur. Immers als het meer achter de dam vol sedimenten ligt, dan werkt de dam niet meer, immers de hoeveelheid water wordt beperkt door de sedimenten op de bodem van het stuwmeertje. Juist de aanleg van het grote aantal dammen maakte dat de potentiële problemen ook snel werden opgeschaald. Stranden verdwenen, omdat het sediment dat de rivier eerst afzette langs de kust, zich achter de dam ophoopte. Een strand bleek een dynamisch evenwicht te zijn tussen sediment aanvoer door de nabije rivier en erosie van het strand door zeestromingen en storm. De visstand ging ook snel achteruit, doordat er zo veel dammen werden aangelegd. Dit leidde ook tot een teruggang van de vogels en kikkers die die vissen opaten.De middengebergte dammen waren klein, succesvol voor irrigatie voor een beperkt aantal jaren en door het grote aantal, destructief voor de veiligheid van stranden en de balans in het ecosysteem. De dammen waren beperkt reguleerbaar, of te wel, als het hard regent, en de dam is vol, dan draagt de dam niets bij aan het voorkomen van een vloed benedenstrooms. Wat ze wel deden is het beperken van een zogenaamde flashflood, dat is een vloed die optreedt bij een lokale zomerse wolkbreuk, terwijl het dam meertje vrij laag staat omdat al het water is benut voor de irrigatie in groeimaanden april, mei en juni. Maar ook hier geldt, vol is vol, veel regen in het voorjaar, terwijl de dam al vol is, geeft de beheerder geen enkele mogelijkheid om wat dan ook te reguleren.
Een andere maatregel die samenviel met de dam constructie was het kanaliseren van het rivierwater. Je wilt immers met zo min mogelijk verlies, zo snel mogelijk, het dam water je akker op laten vloeien. De kanalisatie leidde dus tot hogere efficiency maar ook tot een snellere afvoer bij veel regenval. Ook hier lieten onze grootouders nogal wat steken vallen. Dit probleem werd vervolgens verholpen met zogenaamde ‘retentie’ gebieden. Het zijn veldjes met een kleine dam waar water zich kan ophopen mocht het hard regenen. Op die veldjes mag je dan alleen vee houden als het droog weer is, vergelijkbaar met de uiterwaarden in het Nederlandse rivierenlandschap. In de jaren tachtig van de vorige eeuw, kwam het weer laten meanderen van rivieren in zwang, maar dit is vooral relevant voor kleine rivieren in een vlakte, als een dergelijke rivier meandert (natuurlijke bochten maakt, aangezwengeld door het draaien van de aarde!) wordt het water minder snel afgevoerd en heeft het meer tijd om het grondwater in te zakken, en later aan te komen in een stadje stroomafwaarts zodat men meer tijd heeft zich voor te bereiden op een vloedgolf.
Nu leven we in 2024, veel van de dammen gebouwd in de jaren 50 van de vorige eeuw, zijn opgeslibd. Wat te doen? Slib uitbaggeren kost geld, aanpassen kost nog meer geld, elektriciteit is niet meer echt een verdienmodel, gezien goedkope zonne-energie, en irrigatie is ook twijfelachtig als verdienmodel omdat landbouw in het middelgebergte weggeconcurreerd wordt door de industriële landbouw in de vlaktes van Noord Europa en West Frankrijk. Daarnaast blijft de dam problematisch voor de erosie van de stranden waar we zo graag vertoeven en de visstand die eigenlijk een basis is voor een rijk ecosysteem waarin de vogels ons ’s ochtends wakker fluiten. De dam, ik schreef het al, had maar weinig praktische waarde voor het beperken van overstromingen. Daarnaast kun je retentievelden ook aanleggen zonder dam. En retentievelden vergen geen onderhoud. Dat is dus de reden dat veel dammen ‘verdwijnen’. Eigenlijk waren ze al verdwenen, in de zin dat ze niet meer functioneerden, en dus eigenlijk een potentieel gevaar vormden. Dat natuurbeschermingsorganisaties de dam afbraak als ‘succes’ presenteren is wellicht niet zo slim, marketingtechnisch gezien. We zijn immers gewend om alles te definiëren in termen van succes of falen. De dammen faalden niet, maar ze waren gebouwd met een beperkte levensduur, en daarnaast waren er te veel dammen, zodat stranden erodeerden en de visstand terugliep. De les is dus complex, als je iets bouwt zijn er altijd veel effecten, positieve effecten zoals waterregulatie en irrigatie en nadelige effecten die slecht te overzien zijn.
Het klassieke kopieer gedrag dat mensen vertonen, maakt dat de nadelige effecten snel opschalen. Ik denk dat dat laatste de belangrijkste les is. Opschalen is gevaarlijk. De werkelijkheid is complex en we begrijpen er per definitie niet zoveel van. Bescheidenheid en goed uitkijken bij opschalen zijn de lessen uit de dammen in het middelgebergte. Hetzelfde geldt niet voor het ontmantelen, helaas, vol geslibde dammen zijn gevaarlijk en moeten relatief snel worden opgeknapt of afgebroken.
Conclusies
Onze grootouders bouwden graag dammen in het middelgebergte, voornamelijk voor irrigatie en later ook voor de opwekking van elektriciteit. Het vismigratieprobleem en de sedimentatie werd gezien als probleem voor de toekomst, mediatie kosten waren relatief hoog voor een kleine dam en een wie dan leeft, wie dan zorgt, mentaliteit, maakte dat ze eenvoudige dammen construeerden die deden wat ze moesten doen voor een beperkte levensduur. Immers als het meer achter de dam vol sedimenten ligt, dan werkt de dam niet meer, immers de hoeveelheid water wordt beperkt door de sedimenten op de bodem van het stuwmeertje. Juist de aanleg van het grote aantal dammen maakte dat de potentiële problemen ook snel werden opgeschaald. Stranden verdwenen, omdat het sediment dat de rivier eerst afzette langs de kust, zich achter de dam ophoopte. Een strand bleek een dynamisch evenwicht te zijn tussen sediment aanvoer door de nabije rivier en erosie van het strand door zeestromingen en storm. De visstand ging ook snel achteruit, doordat er zo veel dammen werden aangelegd. Dit leidde ook tot een teruggang van de vogels en kikkers die die vissen opaten.
Een andere maatregel die samenviel met de dam constructie was het kanaliseren van het rivierwater. Je wilt immers met zo min mogelijk verlies, zo snel mogelijk, het dam water je akker op laten vloeien. De kanalisatie leidde dus tot hogere efficiency maar ook tot een snellere afvoer bij veel regenval. Ook hier lieten onze grootouders nogal wat steken vallen. Dit probleem werd vervolgens verholpen met zogenaamde ‘retentie’ gebieden. Het zijn veldjes met een kleine dam waar water zich kan ophopen mocht het hard regenen. Op die veldjes mag je dan alleen vee houden als het droog weer is, vergelijkbaar met de uiterwaarden in het Nederlandse rivierenlandschap. In de jaren tachtig van de vorige eeuw, kwam het weer laten meanderen van rivieren in zwang, maar dit is vooral relevant voor kleine rivieren in een vlakte, als een dergelijke rivier meandert (natuurlijke bochten maakt, aangezwengeld door het draaien van de aarde!) wordt het water minder snel afgevoerd en heeft het meer tijd om het grondwater in te zakken, en later aan te komen in een stadje stroomafwaarts zodat men meer tijd heeft zich voor te bereiden op een vloedgolf.
Nu leven we in 2024, veel van de dammen gebouwd in de jaren 50 van de vorige eeuw, zijn opgeslibd. Wat te doen? Slib uitbaggeren kost geld, aanpassen kost nog meer geld, elektriciteit is niet meer echt een verdienmodel, gezien goedkope zonne-energie, en irrigatie is ook twijfelachtig als verdienmodel omdat landbouw in het middelgebergte weggeconcurreerd wordt door de industriële landbouw in de vlaktes van Noord Europa en West Frankrijk. Daarnaast blijft de dam problematisch voor de erosie van de stranden waar we zo graag vertoeven en de visstand die eigenlijk een basis is voor een rijk ecosysteem waarin de vogels ons ’s ochtends wakker fluiten. De dam, ik schreef het al, had maar weinig praktische waarde voor het beperken van overstromingen. Daarnaast kun je retentievelden ook aanleggen zonder dam. En retentievelden vergen geen onderhoud. Dat is dus de reden dat veel dammen ‘verdwijnen’. Eigenlijk waren ze al verdwenen, in de zin dat ze niet meer functioneerden, en dus eigenlijk een potentieel gevaar vormden. Dat natuurbeschermingsorganisaties de dam afbraak als ‘succes’ presenteren is wellicht niet zo slim, marketingtechnisch gezien. We zijn immers gewend om alles te definiëren in termen van succes of falen. De dammen faalden niet, maar ze waren gebouwd met een beperkte levensduur, en daarnaast waren er te veel dammen, zodat stranden erodeerden en de visstand terugliep. De les is dus complex, als je iets bouwt zijn er altijd veel effecten, positieve effecten zoals waterregulatie en irrigatie en nadelige effecten die slecht te overzien zijn.
Het klassieke kopieer gedrag dat mensen vertonen, maakt dat de nadelige effecten snel opschalen. Ik denk dat dat laatste de belangrijkste les is. Opschalen is gevaarlijk. De werkelijkheid is complex en we begrijpen er per definitie niet zoveel van. Bescheidenheid en goed uitkijken bij opschalen zijn de lessen uit de dammen in het middelgebergte. Hetzelfde geldt niet voor het ontmantelen, helaas, vol geslibde dammen zijn gevaarlijk en moeten relatief snel worden opgeknapt of afgebroken.
Conclusies
- Middelgebergte dammen zijn gebouwd met een gecalculeerde levensduur
- Afbraak is vaak de goedkoopste optie na ongeveer 50 jaar, dit was ook ingecalculeerd.
- Ze veroorzaakten problemen door verandering van het sedimentatie regime van de rivieren
- Hierdoor versterkte strand erosie, met name als er veel dammen werden gebouwd in een stroomgebied.
- Ze veroorzaakten problemen in de visstand omdat ze een migratie barrière vormden.
- Hierdoor namen vissen, vogels en amfibieën (die de vissen aten) af in het stroomgebied boven de dam, dit leidt tot plagen, ook hier is het totaal aantal dammen van groot belang.
- De dammen zijn relatief klein en raakten snel vol bij harde regenval en hadden daardoor weinig invloed op beperking van het overstromingsrisico in het lager gelegen rivierdal.
- Hun voornaamste doel, het faciliteren van irrigatie, is minder rendabel geworden door concurrentie van de agro-industrie in gebieden met betere bereikbaarheid, zoals Noord West-Europa, West Frankrijk en de Povlakte.
- Afbraak werd gevierd door natuurbeschermingsorganisaties zonder verdere uitleg van de complexe situatie waarom tot afbraak wordt besloten. Men was blij met het potentiële herstel van het strand en de visstand. Een discussie over dam afbraak in relatie tot het voorkomen van meer overstromingen als gevolg van klimaatopwarming kan lokaal wel degelijk relevant zijn in de zin van adaptatie aan het vaker voorkomen van zware regenval in korte tijd. Voor een dergelijke vernieuwde dam zouden budgetten voor CO2 en/of Methaan uitstoot kunnen worden gebruikt.
- Die discussie heeft niets te maken met links of rechtse politiek, klimaat veranderingsontkenning of paniek over klimaatverandering. De discussie gaat uitsluitend over hoeveel water ergens wordt verwacht en hoeveel men wil betalen voor meer veiligheid.
- Dat onze (Spaanse, Franse, Duitse) grootouders goede dingen deden maar ook wat fouten maakten is niets meer of niet minder dan een les, met name in het wel of niet opschalen van interventies in het landschap.
Reacties
Een reactie posten