De opeenvolgende crises in het Natuur en Milieubeschermingsbeleid tonen aan dat het veld, opgebouwd uit nobele en gewaardeerde organisaties zoals Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en de Provinciale Landschappen de druk van de huidige maatschappij niet meer kunnen pareren. Of het nu het omhakken van bomen gaat om de heide te laten hergroeien, het afschieten of versterven van wild zonder predatoren of het voorkomen van droogte schade door irrigerende boeren is, afzonderlijk zijn zij te klein om te anticiperen op rupsje Nooitgenoeg, laat staan om richting te geven aan de vormgeving van het land. De wilde paarden in de Oostvaardersplassen werden doodgeschoten omdat de corridor naar de Veluwe er niet kwam, de bomen langs de heide worden gerooid omdat er nauwelijks nieuw land wordt aangekocht, zodat Nederland kan voldoen aan eisen die in Internationale verdragen zijn vastgelegd en ondertekend door de Nederlandse overheid. Toch is het beeld nu ontstaat bij het publiek dat er mensen werken bij de Natuurbeschermings organisaties die graag dieren zien lijden, bomen kappen en boeren pesten.
Om te komen tot een Natuurbescherming die assertief is en gedragen door het volk stel ik voor de organisaties daadwerkelijk anders in te richten. De uitdagingen van de nabije toekomst zijn nog veel groter dan de dode paarden in de Oostvaardersplassen of de gestorven amfibieën in het Hoogveen. De verwarming van het land zal leiden tot aanplant danwel aangroei van andere bomen en planten, verhuizing van verschillende diersoorten en bovenal dramatische veranderingen in de Duinenrij, Waddenzee en de Zuid Westelijke delta. Moedige beslissen zullen moeten worden genomen en een draagvlak voor die beslissingen moet worden gevonden. Organisaties die, zoals nu, overal wat postzegels bezitten vinden dat draagvlak niet en kunnen ongewenste ontwikkelingen, zoals de ongebreidelde stikstof uitstoot, niet stoppen.
Ik stel voor om te komen tot een inrichting die je vaker vindt in Europese buurlanden. Een inrichting gerelateerd aan het landschap zelf. We zouden kunnen komen tot een nieuwe inrichting door alle terreinbezit van (semi) publieke organisaties in beheer te brengen bij nationale landschappen. Die landschappen krijgen het beheer over alle natuur en semi natuur, inclusief parken aan de rand van steden en een bufferzone langs landbouwgebieden. De landschappen krijgen een duidelijk mandaat van de nationale overheid met betrekking tot wat waar te beschermen. Het dagelijks bestuur wordt gecontroleerd zoals waterschappen, met verkiezingen, waarbij een deel van de vertegenwoordigers wordt aangesteld via loting, op zijn Reybroecks, zodat maatschappelijke lobbies weinig voet aan de grond krijgen.
De landschappen die ik me nu kan voorstellen zijn, van Zuid naar Noord:
- Maas en Heuvelland
- Dekzanden, Hoogveen en Maas
- Maas en Schelde Delta
- Duinen
- Laagveen en plassen
- Rijn en IJssel Rivierenland
- Stuwwallen ten westen en oosten van de IJssel
- Keileem landen
- Waddenzee en IJsselmeer
Vrijwel iedere Nederlander zal daarmee in een landschap wonen en direct betrokken zijn bij het dagelijks bestuur van het landschap. Hiermee wordt natuurbescherming van een hobby van betrokkenen tevens een verantwoordelijkheid van iedereen. De vele uitdagingen waar we voor staan in een wereld van meer bosbranden, epidemieën gerelateerd aan een te grote veestapel, vervuiling die altijd weer ergens anders opduikt, zullen we dit nodig hebben. We kunnen de crises niet meer te lijf als veredelde hobby. Dat is onderdeel van de crisis. Laten we hopen dat het eens weer voorbij is en we de dan bewaarde landschappen weer kunnen onderverdelen in schattige puzzelstukjes.
Reacties
Een reactie posten