60 kilo. Dat is de hoeveelheid bladeren die een boom verliest. Ieder jaar opnieuw. 60 kilo weg, 30 kilo CO2 en 30 kilo andere stoffen die in het nieuwe seizoen weer uit de bodem en de lucht moeten worden gehaald.
Chlorofyl, de stof die de boom groen maakt wordt teruggetrokken en opgeslagen in de boom of struik. Te waardevol om te laten vallen. Vandaar dat de bomen verkleuren, de verkleurde bladeren bevatten geen waardevolle stoffen meer. Of toch wel? Er zit immers 30 kilo CO2 opgeslagen in die dode bladeren.
Die 30 kilo ligt gewoon onder iedere boom. Voor het oprapen.
Nu stoot een auto 200 gram CO2 per kilometer uit.
Oftewel als je die boombladeren verstopt op zolder kan je 150 kilometer autorijden. Toch niet slecht? Nu vallen de meeste bladeren op de grond bij de boom waar ze dienen als voedsel voor het bodemleven, dat daarmee weer bijdraagt aan de beluchting van de grond en daarmee de gezondheid van de boom. Dus kunnen we die bladeren toch maar beter laten liggen en 150 kilometer lopen of fietsen.
Maar toch, er zijn nogal wat bomen in de stad en op parkeerterreinen waar de bladeren helemaal niet op de grond vallen. Ze vallen op de stoep, worden opgeveegd door autootjes van stadsreiniging die ze dumpen bij de afvalverbranding. Andere blaadjes spoelen weg, de goot in, waar ze belanden in de rioolwater zuiveringsinrichting. Samen met onze poep worden ze hier versneld verteerd om te voorkomen dat de rivieren nog meer bemest worden dan we al doen.
Kortom die 30 kilo CO2 van stadsbomen verdwijnt als sneeuw voor de zon terug in de atmosfeer om zo snel mogelijk bij te dragen aan een verdere verzuring van de zee en verwarming van de planeet. Uiteindelijk leidt onze efficiënte en schone stad tot een versnelde bladvernietiging ten opzicht van de bladeren die vallen op een verlaten veldje op het platteland. Wat kunnen we hier aan doen? En loont dat?
Laten we even verder rekenen.
Langs een weg met bomen kan maximaal elke 5 meter een boom geplant zijn. Nu heeft elke stad wel minstens vier grote toegangswegen met bomen. Als we bedenken dat die toegangswegen elk 3 kilometer lang zijn, kunnen we een simpele rekensom maken.
3 kilometer is 600 bomen langs elke kant oftewel 1200 bomen per weg. 4 wegen wordt dan maar liefst 4800 bomen a 30 kilo CO2 elk. Dat is toch 144000 kilo CO2 oftewel 720.000 kilometer autorijden, oftewel 18 rondjes aarde. Misschien is het toch niet zo’n gek idee om die blaadjes op te slaan? Hoe zouden we dat kunnen doen? Wel hiertoe kunnen we kijken naar het proces waarmee olie wordt gemaakt in de natuur. Organische stof die afgesloten wordt van lucht met zuurstof, vermolmd langzaam maar zeker tot olie. We kunnen dus de blaadjes van stadreiniging dumpen in een meertje met stilstaand water.
Hier zou tenminste het rijden van de stadsreiniging autootjes compenseren en we maken olie voor een volgende generatie, voor over 5 miljoen jaar.
Dat is Vertrouwen in de toekomst!
Chlorofyl, de stof die de boom groen maakt wordt teruggetrokken en opgeslagen in de boom of struik. Te waardevol om te laten vallen. Vandaar dat de bomen verkleuren, de verkleurde bladeren bevatten geen waardevolle stoffen meer. Of toch wel? Er zit immers 30 kilo CO2 opgeslagen in die dode bladeren.
Die 30 kilo ligt gewoon onder iedere boom. Voor het oprapen.
Nu stoot een auto 200 gram CO2 per kilometer uit.
Oftewel als je die boombladeren verstopt op zolder kan je 150 kilometer autorijden. Toch niet slecht? Nu vallen de meeste bladeren op de grond bij de boom waar ze dienen als voedsel voor het bodemleven, dat daarmee weer bijdraagt aan de beluchting van de grond en daarmee de gezondheid van de boom. Dus kunnen we die bladeren toch maar beter laten liggen en 150 kilometer lopen of fietsen.
Maar toch, er zijn nogal wat bomen in de stad en op parkeerterreinen waar de bladeren helemaal niet op de grond vallen. Ze vallen op de stoep, worden opgeveegd door autootjes van stadsreiniging die ze dumpen bij de afvalverbranding. Andere blaadjes spoelen weg, de goot in, waar ze belanden in de rioolwater zuiveringsinrichting. Samen met onze poep worden ze hier versneld verteerd om te voorkomen dat de rivieren nog meer bemest worden dan we al doen.
Kortom die 30 kilo CO2 van stadsbomen verdwijnt als sneeuw voor de zon terug in de atmosfeer om zo snel mogelijk bij te dragen aan een verdere verzuring van de zee en verwarming van de planeet. Uiteindelijk leidt onze efficiënte en schone stad tot een versnelde bladvernietiging ten opzicht van de bladeren die vallen op een verlaten veldje op het platteland. Wat kunnen we hier aan doen? En loont dat?
Laten we even verder rekenen.
Langs een weg met bomen kan maximaal elke 5 meter een boom geplant zijn. Nu heeft elke stad wel minstens vier grote toegangswegen met bomen. Als we bedenken dat die toegangswegen elk 3 kilometer lang zijn, kunnen we een simpele rekensom maken.
3 kilometer is 600 bomen langs elke kant oftewel 1200 bomen per weg. 4 wegen wordt dan maar liefst 4800 bomen a 30 kilo CO2 elk. Dat is toch 144000 kilo CO2 oftewel 720.000 kilometer autorijden, oftewel 18 rondjes aarde. Misschien is het toch niet zo’n gek idee om die blaadjes op te slaan? Hoe zouden we dat kunnen doen? Wel hiertoe kunnen we kijken naar het proces waarmee olie wordt gemaakt in de natuur. Organische stof die afgesloten wordt van lucht met zuurstof, vermolmd langzaam maar zeker tot olie. We kunnen dus de blaadjes van stadreiniging dumpen in een meertje met stilstaand water.
Hier zou tenminste het rijden van de stadsreiniging autootjes compenseren en we maken olie voor een volgende generatie, voor over 5 miljoen jaar.
Dat is Vertrouwen in de toekomst!
Reacties
Een reactie posten